Programma 5. Economie

Industrieterreinen is een budgettair neutrale activiteit, onderdeel van het grondbedrijf. Het saldo van lasten en baten van alle industriecomplexen inclusief mutaties in reserves en voorzieningen wordt uiteindelijk verrekend met de grondvoorraad op de balans van de gemeente.
Binnen industrieterreinen vallen twee onderdelen:
- Industrieterreinen;
- Erfpachtsgronden.

De verschillen ten opzichte van de begroting zitten in:
- Industrieterrein: lagere kosten van circa € 12,1 miljoen doordat de huidige opzet van het project binnenhaven Elzenburg met de aankoop van gronden en vervolgens uitgifte via erfpacht niet is gerealiseerd (lagere kosten € 12,3 miljoen). Ook de inkomsten waren lager dan begroot, namelijk € 16,9 miljoen lager. Bovengenoemde vertraging van binnenhaven Elzenburg zorgde ervoor dat de opbrengsten € 12,4 miljoen lager zijn. Verder bleven de verkopen binnen Vorstengrafdonk € 3,9 miljoen achter op de raming voor 2022. De totale verkopen waren nihil in 2022.
Door afsluiting van de grondexploitatie binnenhaven Elzenburg is de voorziening te verwachten exploitatieverliezen afboekt voor een bedrag van € 568.000. Dit betreffen gemaakte plankosten in de afgelopen jaren.
Per saldo is de voorraad onderhanden werk industrieterreinen met € 0,5 miljoen toegenomen. Voor een uitgebreide toelichting op het rekeningresultaat van het grondbedrijf verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid verderop en naar het Meerjarenprogramma Grondbedrijf (MPG).
- Verwervingen en uitgegeven erfpachtsgronden: in 2022 is sprake geweest van een aantal extra verwervingen van gronden binnen erfpachtcomplexen (€ 2,1 miljoen). Hiervan werd voor een bedrag van € 0,2 miljoen verworven voor industriegrond in erfpacht en € 1,9 miljoen gaat het om erfpacht van gronden ten behoeve van woningbouw (met name Oijense Zij en Berghem). Daarnaast zijn er extra opbrengsten van € 0,6 miljoen door verkoop van in erfpacht uitgegeven industriegrond.

De kosten zijn € 1,4 miljoen hoger dan geraamd. We hebben aan de Wachtmeesters een overbruggingsfinanciering (€ 0,7 miljoen) en een achtergestelde geldlening (€ 1,4 miljoen) verstrekt. Gezien de onzekerheden rondom deze leningen en de uitspraak van de Raad van State hebben we een risicovoorziening getroffen van € 1,3 miljoen en risicoreserve van € 0,8 miljoen getroffen zodat we in totaal voor 100% van het totale leningsbedrag een financieel hebben afgedekt.
De opbrengsten zijn € 2,1 miljoen hoger dan geraamd. Dit wordt voor circa € 2 miljoen veroorzaakt door verkoop van een bedrijf via de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) waarin we als gemeente een belang hadden. Daarnaast hebben we € 90.000 aan subsidie voedselverspilling en lerende stad talentencampus ontvangen.

Door vertraging van het project "baggeren haven" zijn de kosten in 2022 € 1 miljoen lager dan geraamd. We hebben daarom ook nog geen onttrekking uit deze specifieke reserve gedaan.