Samenvattend financieel beeld
Inleiding
Voor u ligt de programmarekening 2022 van de gemeente Oss. Deze programmarekening bestaat uit het jaarverslag en de jaarrekening. Hiermee leggen wij, het college van B&W, verantwoording af over het gevoerde beleid van de gemeente in 2022.
Deze verslaglegging over de gemeentelijke prestaties en bestedingen in het jaar 2022 zijn uitwerkingen van de beleidsvoornemens uit de programmabegroting.
In de aanbiedingsbrief hiervoor is al ingegaan op het inhoudelijke verhaal. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op bijzonderheden in financieel opzicht.
Rekeningresultaat 2022
De jaarrekening 2022 sluit met een voordelig saldo van € 19,1 miljoen. Dit bedrag geeft een vertekend beeld. In dit bedrag zitten namelijk een groot aantal posten, die doorschuiven naar het jaar 2023. We hebben bijvoorbeeld voor de energietoeslag via de decembercirculaire inkomsten gekregen vanuit het Rijk die we in 2023 nog moeten en willen besteden. Dit om ervoor te zorgen dat we de gelden besteden aan de doelen waarvoor ze bestemd zijn. Wanneer we deze posten uit dit saldo halen komen we tot een "geschoond" voordelig resultaat van € 11,1 miljoen.
In de volgende tabel zijn de rekeningcijfers vergeleken met de bijgestelde begroting (na verwerking van de 3O-ontwikkelingen in de financiële tussenrapportage 2022 en de programmabegroting 2023-2026).
+ is uitgaven/nadelig saldo | |||
Omschrijving | Rekening 2022 | Begroting 2022 na wijziging | Verschil |
---|---|---|---|
Lasten | 330.897 | 367.918 | -37.022 |
Baten | -370.170 | -382.301 | 12.131 |
Saldo programma’s | -39.274 | -14.382 | -24.891 |
Stortingen reserves | 66.682 | 65.158 | 1.524 |
Onttrekkingen reserves | -46.473 | -51.942 | 5.469 |
Mutaties reserves | 20.209 | 13.216 | 6.993 |
Jaarrekeningresultaat | -19.065 | -1.166 | -17.898 |
In het hoofdstuk Bestemming rekeningresultaat wordt voorgesteld het saldo van € 19,1 miljoen als volgt in te zetten:
- Een bedrag van € 8 miljoen over te hevelen naar 2023 en te bestemmen voor de uitvoering/afronding van diverse projecten en COVID-19 compensatie.
- Het resterende bedrag van € 11,1 miljoen te storten in de algemene reserve.
Het positieve saldo van de jaarrekening kent een aantal oorzaken. In de volgende tabellen zijn de belangrijkste voor- en nadelen opgenomen. Deze voor- en nadelen verklaren per saldo een bedrag van € 16,5 miljoen.
Belangrijke voordelen
- is lagere uitgaven/hogere inkomsten
bedragen x € 1.000
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Lagere kosten dak- en thuisloosheid | -933 |
Lagere kosten jeugdzorg | -3.392 | |
Lagere kosten Maatschappelijke Opvang (met name COVID-19) | -441 | |
Lagere kosten jeugdwerk | -270 | |
Lagere kosten WMO individuele voorzieningen | -334 | |
2. Werk, inkomen en onderwijs | Lagere kosten onderwijsbeleid | -193 |
Lagere kosten peuteropvang | -210 | |
Lagere kosten arbeidsparticipatie | -299 | |
Lagere kosten minimabeleid | -217 | |
Lagere kosten inkomensregelingen | -1.000 | |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | Lagere kosten cultuurfondsen | -82 |
Lagere kosten gezondheid | -220 | |
Hogere opbrengsten buurt- en dorpshuizen | -442 | |
Lagere subsidies Thuis in de buurt en Iemhof | -162 | |
Hogere compensatie voor BTW sport | -250 | |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Lagere overige kosten afvalverwijdering | -220 |
Lagere kosten dagelijks onderhoud verhardingen | -400 | |
5. Economie | Verkoop bedrijf via Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij | -2.000 |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Lagere kosten verkeer | -323 |
9. Besturen in verandering van tijden | Lagere personeelskosten/ overhead | -1.300 |
Lagere kosten dienstverlening | -127 | |
10. Financieel beleid | Hogere algemene uitkering (decembercirculaire) | -4.342 |
Suppletie uitkering BTW compensatiefonds voorgaande jaren | -1.300 | |
Voordeel post onvoorzien | -294 | |
Voordeel afrekening algemene uitkering voorgaande jaren | -170 | |
totaal | -18.921 |
Belangrijke nadelen
+ is hogere uitgaven/lagere inkomsten
bedragen x € 1.000
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Hogere kosten WMO dagbesteding en begeleiding | 366 |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | Hogere kosten COVID-19 compensatie culturele instellingen | 165 |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Nadeel door compensatiekosten Attero | 941 |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Minder voordeel omgevingsvergunningen | 356 |
9. Besturen in verandering van tijden | Hogere kosten college | 558 |
totaal | 2.386 |
Belangrijke mutaties in reserves (financieel neutraal)
Onderstaande posten zijn belangrijke afwijkingen binnen reserves. Per saldo hebben deze afwijkingen geen effect op het jaarrekeningresultaat. Wel hebben ze direct invloed op de reservepositie.
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Lagere storting in reserve vluchtelingen | -1.000 |
Extra storting in de reserve Beschermd wonen | 3.571 | |
2. Werk, inkomen en onderwijs | Lagere onttrekking reserve onderwijshuisvesting | 556 |
Lagere onttrekking reserve vluchtelingen (leefgeld) | 400 | |
Lagere onttrekking uit reserve participatiebevordering (energietoeslag 2022) | 400 | |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | Lagere onttrekking aan de reserve IVB | 700 |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Lagere onttrekking uit reserve groenfonds landelijk gebied (project Hertogswetering) | 190 |
Lagere onttrekking uit reserve riolering | 187 | |
Lagere onttrekking investeringsfonds duurzaamheid (kosten warmtetransitie, energietransitie en duurzame polder) | 478 | |
Extra storting in de reserve IUP | 2.900 | |
5. Economie | Onttrekking aan de reserve economie | -2.100 |
Lagere onttrekking reserve baggeren haven | 1.000 | |
6. Centrum | Minder onttrokken reserve Investeringsfonds stadshart | 206 |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Minder onttrokken aan reserve parkeren | 183 |
Extra storting in groenfonds landelijk gebied | 415 | |
9. Besturen in verandering van tijden | Lagere onttrekking reserve automatisering | 440 |
Lagere onttrekking algemene bedrijfsreserve grondbedrijf (taskforce woningbouw) | 113 | |
Lagere onttrekking reserve omgevingswet | 242 | |
Lagere onttrekking uit reserve versterken gemeentelijke dienstverlening | 296 |
Financiële positie
In deze paragraaf wordt in het kort de financiële positie van de gemeente weergegeven door te kijken naar de volgende onderdelen:
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
B. Financieringspositie
C. Reservepositie
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
Het weerstandsvermogen geeft de financiële gezondheid van de gemeente weer. We drukken deze uit in een ratio. De uitkomst van de ratio moet in beginsel minimaal 1 zijn. Op hoofdlijnen is het beeld als volgt:
Omschrijving | Bedrag/ratio incidenteel | Bedrag/ratio structureel |
---|---|---|
Geïnventariseerde risico’s | € 7,4 miljoen | € 3,5 miljoen |
Weerstandscapaciteit | € 47 miljoen | € 5,1 miljoen |
Weerstandsratio | 6,32 | 1,46 |
De conclusie hieruit is dat de weerstandscapaciteit van voldoende omvang is om de gekwantificeerde risico’s te ondervangen. Er is ook ruimte voor het opvangen van onvoorziene risico’s.
We hebben ruimte om incidentele en structurele risico's op te vangen binnen onze begroting. We maken hierbij wel de kanttekening dat een aantal crises zorgen voor grote onzekerheden. De ontwikkelingen van de inflatie en energieprijzen kunnen grote effecten hebben voor onze begroting. Wat dit op de lange termijn betekent voor onze gemeentelijke begroting en de samenleving is nog onduidelijk. We volgen de ontwikkelingen op de voet.
B. Financieringspositie
De financieringspositie geeft de verhouding aan tussen beschikbare financieringsbronnen op langere termijn (reserves, voorzieningen en langlopende geldleningen) ten opzichte van de investeringen in vaste activa. Hiermee geeft het dus aan op welke manier de activa gefinancierd zijn.
De financieringspositie geeft aan dat er eind 2022 een financieringsoverschot is van afgerond € 43,4 miljoen. Hiervan kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | 1 januari 2022 | 31 december 2022 |
---|---|---|
Reserves | 151.496 | 191.842 |
Resultaat jaarrekening | 20.136 | 19.065 |
Voorzieningen | 48.287 | 40.190 |
Langlopende geldleningen | 72.285 | 60.637 |
Subtotaal | 292.204 | 311.734 |
Immateriële vaste activa | 1.175 | 1.142 |
Materiële vaste activa | 235.508 | 239.878 |
Financiële vaste activa | 25.522 | 27.348 |
Subtotaal | 262.205 | 268.368 |
Financieringsoverschot | 29.999 | 43.366 |
De gemeente is in verhouding in totaal dus meer gefinancierd met langlopende middelen. Dit komt doordat we onze voorraad aan grondexploitaties ook grotendeels gefinancierd hebben met langlopende middelen. We zien in 2022 wel een afname van langlopende geldleningen van circa € 12 miljoen. Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans.
C. Reservepositie
De reservepositie geeft het volgende beeld:
bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | 1 januari 2022 | 31 december 2022 | |
---|---|---|---|
Algemene reserve | 24.584 | 32.300 | |
Algemene reserve grondbedrijf | 24.396 | 3.680 | |
Reserves ter dekking begroting | 14.057 | 21.637 | |
Bestemmingsreserves ter afdekking van afschrijvingslasten | 22.320 | 12.736 | |
Overige bestemmingsreserves | 66.139 | 121.489 | |
Resultaat jaarrekening | 20.136 | 19.065 | |
Totaal | 171.632 | 210.907 |
De totale reservepositie is gestegen met ruim € 39 miljoen. De algemene reserve is toegenomen door met name het positieve resultaat over 2021 (destijds is € 7,7 miljoen van het resultaat in de algemene reserve gestort).
De algemene reserve van het grondbedrijf is gedaald door besluitvorming in de programmabegroting 2022-2025 om deze reserve voor € 18,2 miljoen af te romen voor onze ruimtelijke ambities.
De reserves die ingezet worden ter dekking van de begroting en voor afschrijvingslasten dalen conform eerdere besluitvorming.
De overige bestemmingsreserves stijgen met ruim € 55 miljoen door per saldo extra stortingen in de reserves, zoals:
- Investeringsfonds duurzaamheid: € 1,1 miljoen
- Reserve economie: € 2,3 miljoen
- Reserve mobiliteit: € 9,5 miljoen
- Reserve strategische aankopen: € 5,1 miljoen
- Reserve binnenstedelijke transformaties: € 10 miljoen
- Reserve bovenwijkse voorzieningen: € 3,5 miljoen
- Reserve Omgevingswet: € 1,7 miljoen
- Reserve beschermd wonen: € 5,4 miljoen
- Reserve opvang vluchtelingen: € 5,4 miljoen
- Reserve verduurzaming maatschappelijk vastgoed: € 3,8 miljoen
- Reserve IUP: € 2,4 miljoen
- Reserve baggeren haven: € 3,8 miljoen
Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans, onderdeel reserves.
Financiële positie grondbedrijf
De paragraaf grondbeleid en het MPG bevatten de verantwoording van het grondbedrijf over het afgelopen jaar en geven inzicht in de prognose tot en met het jaar 2026.
Ontwikkeling boekwaarde
De boekwaarde van het grondbedrijf per 31 december 2022 is circa € 80 miljoen. Dit is inclusief het Osse aandeel van de boekwaarde van het intergemeentelijke project Heesch-West en inclusief beheercomplexen en immateriële vaste activa. Dit betekent ten opzichte van eind 2021 dat de boekwaarde vrijwel gelijk blijft. Deze boekwaarde bestaat uit gronden en uit kosten die we al gemaakt hebben voor diverse projecten.
Actuele prognose
De actuele prognose uit het MPG geeft het volgende totaalbeeld:
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | Boekwaarde per 31-12-2022 | Verlies-voorzieningen | Reserves | |
---|---|---|---|---|
Herstructureringsplannen | 14.127 | 19.170 | ||
Woningbouwcomplexen | -4.738 | |||
Industrieterreinen | 4.898 | |||
Heesch West | 24.284 | 0 | 1.734 | |
Beheercomplexen | 37.086 | |||
Immateriële vaste activa | 3.942 | 3.942 | ||
Totaal | 79.599 | 23.112 | 1.734 |
De verwachte winstnemingen over de jaren laten de volgende prognose zien (van vastgestelde grondexploitaties, excl. verliesvoorzieningen):
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Herstructureringsplannen | 358 | 485 | 0 | 0 | 0 |
Woningbouwcomplexen | 572 | 4.037 | 1.519 | 1.023 | 550 |
Industrieterreinen | 847 | 3.114 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.777 | 7.636 | 1.519 | 1.023 | 550 |
Uit deze overzichten valt op te maken dat we de komende jaren nog een toekomstige winst van circa € 12 miljoen verwachten. Winstnemingen gaan naar de ABR (algemene bedrijfsreserve grondbedrijf). De ABR dient namelijk als weerstandsvermogen. Gezien het minimale niveau van de ABR op basis van risico-analyse en de afroming van € 3,4 miljoen in 2023 (besluitvorming programmabegroting 2023-2026) verwachten we de komende jaren géén afroming meer van deze reserve. De winsten zijn dus nodig om risico’s en verliesvoorzieningen af te dekken.
Reserves en voorzieningen grondbedrijf
De algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf (ABR) is bedoeld om risico’s af te dekken die zich binnen het grondbedrijf kunnen voordoen. Voor de bepaling van de risico’s maken we gebruik van de Monte-Carlomethode binnen het grondbedrijf. Hiermee bewerkstelligen we een eenduidig risicobeleid waarbij alle risico's van de grondexploitaties worden meegenomen In het volgende schema is een totaaloverzicht gegeven van de ontwikkeling van de ABR in 2022:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Bedrag | |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2022 | 24.395 | |
- Rente | 283 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen industrie | 847 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen woningbouw | 572 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen herstructurering | 358 | |
- Verkoop beheer- en overige gronden | 417 | |
- Bijdrage vanuit reserve stadshart t.b.v. Walkwartier | 288 | |
Stortingen | 2.765 | |
- Reserve binnenstedelijke transformaties (PB 2022) | -10.000 | |
- Reserve strategische aankopen (PB 2022) | -5.100 | |
- Reserve bovenwijkse voorzieningen (PB 2022) | -3.074 | |
- Storting in voorziening te verwachten exploitatieverliezen | -2.035 | |
- Storting in voorziening plankosten IMVA | -2.312 | |
- Afdracht kostenverhaal (reserve bovenwijkse voorzieningen/verbetering fysieke kwaliteit) | -759 | |
- Rentekosten strategische aankoop het Brand | -147 | |
- Onttrekking voor taskforce versnelling woningbouw | -53 | |
Onttrekkingen | -23.480 | |
Stand ABR per 31 december 2022 | 3.680 |
Op basis van een meerjarenprognose en de risicoanalyse is het verloop van de reserves en voorzieningen binnen het grondbedrijf als volgt:
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 31 december 2022 | 31 december 2023 | 31 december 2024 | 31 december 2025 | |
---|---|---|---|---|---|
Algemene bedrijfsreserve | 3.780 | 1.503 | 1.888 | 2.647 | |
Reserve strategische aankopen | 5.707 | 5.707 | 5.707 | 5.707 | |
Risicoreserve Heesch West | 1.734 | 1.734 | 1.734 | 1.734 | |
Reserve binnenstedelijke transformaties | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |
Voorziening immateriële vaste activa | 3.942 | 7.177 | 7.177 | 7.177 | |
Voorziening exploitatieverliezen | 19.170 | 18.647 | 1.973 | 0 | |
Voorziening afwaardering (I)MVA | 2.102 | 2.102 | 2.102 | 2.102 | |
Voorziening Heesch West | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 46.435 | 46.870 | 30.581 | 29.367 |
De algemene bedrijfsreserve (ABR) stijgt de komende jaren. De minimale omvang van deze reserve op basis van risico-inschattingen bedraagt € 5,2 miljoen en loopt op tot € 6,3 miljoen in 2025. Dit betekent dat de huidige hoogte van de ABR lager is dan deze minimale omvang. Dit betekent dat er de komende jaren er geen sprake meer kan zijn van afromingen. De algemene reserve vormt de achtervang mochten risico's optreden die niet opgevangen kunnen worden door de ABR.
Vanuit de ABR zijn in 2022 stortingen gedaan in de reserve strategische aankopen en in de reserve binnenstedelijke transformaties.
In de voorziening exploitatieverliezen is het verwachte verlies van de grondexploitatie voor het Walkwartier opgenomen (ruim € 13,6 miljoen). Hierin zitten ook verliezen gekoppeld aan andere projecten.
Voor het project Heesch West is de voorziening van € 13,1 miljoen in april 2022 ingebracht bij de gemeenschappelijke regeling (en dus niet meer aanwezig binnen onze gemeente). We hebben op basis van onze risicoanalyse een aanvullende risicoreserve van afgerond € 1,7 miljoen voor Heesch West gevormd.
Voor een verdere specificatie verwijzen we naar het MPG, de paragraaf grondbeleid en de toelichting op de balans.
Ontwikkelingen na 2022
Het afgelopen jaar hebben we te maken gehad met een sterkte inflatie. Deze inflatie is mede veroorzaakt door sterk stijgende energiekosten. In de programmabegroting 2023-2026 hebben we hier zo goed mogelijk rekening mee gehouden. Echter hoe ontwikkelt de inflatie zich in 2023? Krijgen we te maken met een daling van de inflatie of gaat de inflatie toch nog verder stijgen?
Daarnaast hebben we te maken met een krapte op de arbeidsmarkt (de strijd om nieuwe medewerkers) en zien we behoorlijke loonstijgingen binnen nieuwe CAO's. Dit heeft ook direct en indirect effect op onze begroting (via bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen, contracten, subsidies etc.).
De inflatie heeft tegelijkertijd ook geleid tot een rentestijging. De rente was vele jaren erg laag en voor gemeenten was het altijd erg goedkoop om geld te lenen. Het afgelopen jaar is de rente voor het aantrekken van geldleningen fors gestegen is. We verwachten dat onze gemiddelde rente van 1,1% op termijn gaat stijgen naar 1,9% en tot 2,3%. Dit betekent dat we voor dezelfde investeringsvolumes meer geld in onze begroting vrij moeten maken om deze te kunnen betalen.
De belangrijkste risico's en ontwikkelingen voor na 2022 liggen dus op het gebied van:
- ontwikkeling van de inflatie;
- krapte op de arbeidsmarkt en hogere loonkosten;
- stijging van de financieringsrente.
Tot slot is het belangrijk om te melden dat structurele financiering vanuit het Rijk NIET geborgd is op het gebied van:
- ontwikkeling van de algemene uitkering in de jaren 2026 en 2027 (het zogenaamde "ravijn jaar");
- structurele financiering van jeugdzorg en de concretisering van de hervormingsagenda jeugd.
Resultaatbestemming 2022
In de jaarrekening wordt voorgesteld om het positieve saldo van afgerond € 19,1 miljoen te bestemmen. We stellen voor om voor concrete projecten een bedrag van € 8 miljoen over te hevelen naar 2023. Dit bedrag is nodig voor de uitvoering van deze projecten en voor COVID-19 compensatie.
Voor het restant van € 11.056.463 stellen we voor om dit in de algemene reserve te storten. De algemene vrije reserve is bestemd voor de opvang van algemene risico's en fluctuaties in de rekeningresultaten. De norm voor de algemene reserve is 10% van de algemene uitkering. Op basis van de septembercirculaire 2022 is deze norm afgerond € 22.000.000. De hoogte van de algemene reserve is afgerond € 32.300.000 (voor bestemming rekeningresultaat) en zit dus al ruim boven de norm.
Accountantscontrole
De onafhankelijke accountant heeft op grond van artikel 213 van de Gemeentewet naast een getrouwheidsonderzoek ook een rechtmatigheidsonderzoek uitgevoerd naar de baten, lasten en balansmutaties. We hebben een goedkeurende verklaring ontvangen.