Paragrafen

Paragraaf verbonden partijen

2. Bijzondere ontwikkelingen/risico's

Raden meer grip op informatie: gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen
Per 1 juli 2022 is de gewijzigde wet van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking gegaan.
Gemeenteraden krijgen meer inspraak bij zowel het treffen van de gemeenschappelijke regelingen als over de besluiten van de besturen van de samenwerkingsverbanden.
Zo krijgen zij de mogelijkheid om vooraf een zienswijze te geven op het gehele ontwerp van een gemeenschappelijke regeling of de wijziging daarvan. Ook krijgen gemeenteraden de bevoegdheid om een zienswijze in te dienen voorafgaand aan het nemen van besluiten door het bestuur van een gemeenschappelijke regeling. Het (dagelijks) bestuur van het samenwerkingsverband moet voorafgaand aan het daadwerkelijke besluit aan de raden laten weten of er iets wordt gedaan met hun zienswijzen.
Gemeenteraden kunnen ook gezamenlijk een voorstel doen tot het oprichten van een gemeenschappelijke adviescommissie. Deze adviescommissie, bestaande uit raadsleden van de deelnemende raden, adviseert de gemeenteraden en het samenwerkingsverband en helpt met het voorbereiden van zienswijzen.
Verder dient het bestuur van de gemeenschappelijke regeling de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen te geven die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
Dit neemt niet weg dat gemeenteraden ook altijd de verantwoordelijke portefeuillehouders kunnen aanspreken over vragen of wensen. Ook kunnen zij daarover het gesprek aangaan met de directeur van een gemeenschappelijke regeling.
Het deel van de wet dat rechten geeft aan de gemeenteraden gaat per direct per 1 juli 2022 in. Voor het andere deel (verplichtingen om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, om zo scherpere afspraken te maken over bijvoorbeeld uittreding of evaluatie) geeft de wet een implementatieperiode van twee jaar.

Gemeentelijke herindelingen
In de regio Noordoost Brabant hebben er per 1-1-2022 diverse gemeentelijke herindelingen plaatsgevonden. Dat betekent dat er diverse samenwerkende gemeenten zijn samengegaan. Daarop zijn diverse regelingen het afgelopen jaar aangepast.

Omgevingswet
De toekomstige Omgevingswet (Ow) wordt één van de grootste wijzigingen in de wetgeving voor het fysieke domein van de afgelopen decennia. De wet bundelt 25 wetten, 120 sectorale AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur) en honderden ministeriële regelingen. De uitgangspunten van deze wet zijn participatie en integrale aanpak op basis van vertrouwen, met als doelen minder en overzichtelijkere regels, meer ruimte voor initiatieven van inwoners en bedrijven en lokaal maatwerk.
De invoering is weer uitgesteld en de wet treedt hoogstwaarschijnlijk nu in op 01-07-2023. Dit vraagt veel voorbereiding van de overheden en ook de omgevingsdienst. We werken hierin samen met de overheden (provincie, waterschappen en gemeenten) en adviesdiensten (omgevingsdienst, veiligheidsregio en GGD) in de regio Noordoost Brabant.

Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB)
De problematiek rondom bezwaren via No Cure No Pay bureaus (NCNP) speelt nog steeds. Voor NCNP-bedrijven is er een financiële prikkel om zoveel mogelijk bezwaarschriften in te dienen tegen WOZ-beschikkingen, ongeacht de slagingskans. Dit leidt tot hogere kosten voor bezwaren, tot nu toe probeert BSOB deze op te vangen binnen de begroting door automatisering en efficiencyslagen. Het is onzeker of dit blijft lukken, afhankelijk van de toename van dit soort bezwaren. BSOB heeft sterk ingezet op het beperken van dit soort bezwaren, door het de burger zo gemakkelijk mogelijk te maken om met vragen of bezwaren zelf in contact te treden met de BSOB. De communicatie campagne die hier in 2022 voor is opgezet wordt breder opgepakt, er sluiten meer belastingkantoren aan en ook de Waarderingskamer heeft toegezegd hierin samen te willen werken.

Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
Het Rijk treedt terug als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling vanaf 2024. Het uittreden zal geen negatieve budgettaire consequenties hebben voor de zittende partners. De gevolgen zijn met name inhoudelijk ten aanzien van de relatie met het nationaal e-depot, voor de relatie van het BHIC met het Nationaal Archief en ook voor de relatie met andere RHC’s. Het BHIC houdt ons op de hoogte van de ontwikkelingen en consequenties die daar uit voortvloeien.
De terugtreding van het Rijk betekent dat per 1 januari 2024 de samenstelling van het bestuur zal wijzigen en er een nieuwe gemeenschappelijke regeling opgesteld moet worden.
De bekostiging van het e-depot betekent een extra bijdrage per inwoner. Afspraken daarover zijn gemaakt. De verhoging van de gemeentelijke bijdrage ten behoeve van het e-depot groeit geleidelijk. In 2024 met € 0,25 per inwoner (ongeveer € 25.000), 2025 € 0,45 per inwoner (ongeveer € 45.000) en 2026 € 0,65 per inwoner is ongeveer € 65.000.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2023 09:37:06 met de export van 05/22/2023 09:31:45